Ga naar de inhoud

7 tips om actief te schrijven

14 november 2022

Iedere tekstschrijver weet dat actief geschreven teksten prettiger lezen. Maar hoe schrijf je nou actief? En wat doet het voor je artikel en je bereik? Wij vertellen het je en geven 7 tips.

 

Wat is actief schrijven?

Actief schrijven herken je aan korte zinnen met zo min mogelijk hulpwerkwoorden. Dit zorgt voor ‘actieve’ zinnen en teksten die makkelijker en sneller lezen.

Wat is het verschil tussen actief en passief schrijven?

Eigenlijk is het best simpel. In een actieve zin staat het onderwerp centraal en voert het een actie uit. Dit geeft je verhaal snelheid. In een passieve zin is het lijdend voorwerp het onderwerp. Ook vind je in een passieve zin hulpwerkwoorden zoals ‘zijn’, ‘hebben’, ‘worden’, ‘kunnen’ en ‘zullen’, vaak in combinatie met voltooid deelwoorden. Een simpel voorbeeld van passief taalgebruik:

’’Er wordt contact opgenomen met de klant’’
‘’De contentmarketeer neemt contact op met de klant’’

De tweede zin is beter. Het bevat meer informatie en de contentmarketeer staat in de spotlight; iemand doet iets. Nog een voorbeeld:

‘’Alle bezoekers van het BIG FAT Event hebben van ons een goodiebag gekregen.’’
‘’Alle bezoekers van het BIG FAT Event kregen een goodiebag van ons.’’

Zie je het verschil? De tweede zin leest vlotter en is letterlijk actiever.

Waarom is actief schrijven belangrijk?

Als contentmarketeer wil je maar een ding: duidelijk een verhaal overbrengen dat jouw publiek verder helpt. Dat doe je niet met abstracte, ondoorgrondelijke, saaie teksten die bol staan van kettingzinnen en moeilijke woorden (zoals deze zin). Dan haakt de lezer meteen af.

Een actief geschreven tekst leest makkelijker en sneller. Het kost de lezer minder moeite. Maar een combinatie van actieve en passieve zinnen is niet verkeerd, soms is het zelfs fijner voor het ritme van een tekst. Een tekst die alleen maar uit korte zinnen bestaat leest namelijk niet fijn. Daarom is het slim om gebruik te maken van signaalwoorden en verwijswoorden.

7 tips om actief te schrijven

  1. Gebruik korte zinnen.
  2. Maak zinnen actief door ze een onderwerp te geven.
  3. Gebruik signaalwoorden en verwijswoorden, zoals ‘daarnaast’, ‘hoewel’, ‘maar’ en ‘omdat’ om korte zinnen aan elkaar te koppelen.
  4. Vermijd voltooid deelwoorden. Dit zijn woorden waar ‘ge-‘, ‘be-‘ of ‘ver-‘ voor staat, zoals ‘gewerkt’ of ‘beantwoord’. Voltooid deelwoorden maken je tekst langdradig en verwijzen naar het verleden. Dat maakt je tekst niet actief.
  5. Vermijd hulpwerkwoorden als ‘zijn’, ‘hebben’, ‘worden’, ‘kunnen’, ‘zullen’ en ‘proberen’. En al helemaal in combinatie met een voltooid deelwoord!
  6. Schrijf concreet. Gebruik woorden die je kunt ‘zien’. Dus ‘fabriek’ in plaats van ‘industrie’.
  7. Maak de tekst persoonlijk met ‘we’, ‘je’ en ‘ik’ en voeg emotie toe aan je verhaal.

Deze tips zorgen voor een betere tekst

Actief schrijven wordt vaak in verband gebracht met korte teksten. Maar het maakt niet uit of je tekst kort of lang is. Zolang de lezer maar een antwoord op een vraag krijgt, iets leert of geïnspireerd raakt. Uitgebreide content is juist goed, zolang het maar relevante informatie betreft. Ben je bang dat de lezer afhaakt? Zorg er dan voor dat je artikel direct de aandacht van de lezer grijpt. Je moet de lezer zo snel mogelijk overtuigen dat jouw tekst het lezen waard is.

Hoe maak je je teksten nóg beter?

  • Maak je tekst scanbaar
    Lezers scannen online artikelen met een F-vormige oogbeweging. De kop, de eerste twee kopjes en de eerste woorden van alinea’s worden het beste gelezen. Houd hier rekening mee bij het schrijven van je tekst.
  • Wees relevant
    Voor wie schrijf je en met welk doel? Zorg voor een rode draad.
  • Gebruik bullets
    Bulletpoints zijn visueel overzichtelijk en vragen minder inspanning om te lezen.
  • Vermijd moeilijke woorden
    Wist je dat het gebruik van moeilijke woorden je dommer laat lijken?
  • Schrijf in begrijpelijke taal
    Vermijd vakjargon en wollig taalgebruik.
  • Zorg voor heldere structuur in je tekst
    Gebruik tussenkoppen, één onderwerp per alinea en vertel niet iets compleet nieuws helemaal aan het eind van je tekst. 
  • Maak hyperlinks informatiedragend
    Dus niet klik hier. Maar bekijk hier het programma of schrijf je direct in
  • Voeg call to actions toe
    Hiermee leid je de lezer direct naar waar jij hem of haar wil hebben.
     

Als laatste nog een bonustip: actief schrijven sluipt er soms bij in als je lekker aan het schrijven bent. Ineens staat je tekst vol met passieve zinnen. Laat je tekst daarom altijd nalezen. Een frisse blik doet wonderen!

Dit blog is geschreven door
Luc Kipmulder
Luc
Meer weten?
Neem contact op met Luc Kipmulder
Luc Kipmulder